De Nederlandse minister-president Schoof heeft die week een ontmoeting gehad met de Surinaamse president Santokhi. De voortgaande versterking van de banden tussen Suriname en Nederland stond centraal tijdens de ontmoeting tussen de twee regeringsleiders, die elkaar op 26 september jl., in de marge van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties kort hebben gesproken.
Minister-President Schoof heeft tijdens het onderhoud bevestigd dat het tot nu gevoerde zgn. “Suriname beleid” door de nieuwe regering onder zijn leiding wordt voortgezet. In dit verband gaan de samenwerkingsgebieden op politiek en technisch niveau gewoon door. Zo zal het Makandra project het mechanisme blijven voor de ondersteuning van ons land om de technische capaciteit op verschillende beleidsgebieden te vergroten.
Minister Schoof heeft ook aangegeven dat de uitvoering van hetgeen is afgesproken met betrekking tot de uitgesproken excuses in verband met het slavernijverleden voortgang zullen hebben. Hiertoe zullen de gesprekken met de Nederlandse autoriteiten geïntensiveerd worden. President Santokhi heeft aangegeven dat in Suriname gewerkt wordt aan de totstandkoming van een representatief platform die dit proces verder zal begeleiden.
President Santokhi heeft ook aangedrongen op de afhandeling van de restantmiddelen van de ontwikkelingshulp uit 1975 op basis van de recent overeengekomen prioriteiten van de Surinaamse regering. Van de beschikbare middelen zal een bedrag van 6 mln. Euro besteed worden aan de versterking van de gezondheidszorg middels de aankoop van noodzakelijke apparatuur en andere benodigdheden. Een bedrag van 2 mln. Euro zal gereserveerd worden voor de verdere opzet en operationalisatie van de Zorg Autoriteit. Reeds was afgesproken dat een bedrag van 5.6 mln. Euro zal worden besteed om het zg. Productie Fonds onder beheer van de Nationale Ontwikkelings Bank (NOB) alsmede de verdere opzet en ondersteuning van de Suriname Investment and Trade Agency (SITA).
President heeft ook de behoefte van verdere technische bijstand op het stuk van de voorbereiding van een groot aantal wetsproducten aangegeven, alsook steun gevraagd voor de verdere professionalisering van de belasting dienst en de douane.
Bij het gesprek waren ook aanwezig minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS), ambassadeur Sunil Sitaldin, directeur Mirjam Mac Intosh van BIBIS, Maarten Boef, Nationale Veiligheidsadviseur, Joost van Deutekom, Adjunct-adviseur Buitenlands Beleid en Defensie en Yoka Brandt, Permanente Vertegenwoordiger van het Koninkrijk der Nederlanden bij de VN.
Afgesproken is dat de respectieve ministers van Buitenlandse Zaken binnenkort verder werkoverleg zullen hebben met betrekking tot de voortzetting en afhandeling van de overeengekomen punten.